Orthopedisch schoentechnisch specialist

Opleiding

Als orthopedisch schoentechnisch specialist maak je speciale schoenen voor mensen die voetproblemen hebben.

Opleiding niveau
Niveau 4
Opleiding duur
3-4 jaar
Profiel
Zorg en welzijn
Richting
Gezondheidstechnisch vakmanschap
Opleidingscode
25860

Opleiding

Je leert hoe je leesten kunt maken, waar je de schoenen op kunt gaan maken. Je leert hoe je werkt met leer, kunststof en gips en hoe je de speciale machines en gereedschappen gebruikt. Je leert daarmee schoenen maken die precies op maat zijn. Je leert hoe je met klanten omgaat en waar je op moet letten bij het passen en meten.

De vakken Nederlands, Engels, rekenen en burgerschap horen standaard bij deze opleiding en je kunt vaak nog extra keuzedelen kiezen om je verder te specialiseren.

Studie in cijfers

Leerweg:
Kans op leerbaan Niet bekend
Voor deze opleiding, in dit jaar

Tekst van de video

"Praktijkleren_ Orthopedisch schoentechnisch specialist"

Beschrijver: De video gaat over het beroep "Orthopedisch schoentechnisch specialist". Een student Orthopedisch schoentechnisch specialist spreekt samen met zijn praktijkopleider over zijn ervaringen en wat er nodig is om als Orthopedisch schoentechnisch specialist aan de slag te gaan. Gedurende de video worden sfeerimpressies getoond van zijn beroep en zijn werkomgeving. Aan het eind van de video worden alle kenmerken en de benodigde vaardigheden allemaal op een rijtje gezet.

De video begint met centraal in beeld de titel: "Orthopedisch schoentechnisch specialist". Links onderin staat het logo van SBB. Op de achtergrond staat Leroy en de volgende tekst verschijnt: "Student, Leroy Schrijver". De scene gaat over naar Jos met de volgende tekst in beeld: "Praktijkopleider, Jos Schrijver". Ze staan beiden in een werkplaats. In de video is Leroy een namaakvoet aan het sluipen. In beeld staat het volgende weergeven: "Een Orthopedisch schoentechnisch specialist maakt schoenen voor mensen met een voetafwijking."

We horen als eerste Jos. Hij vraagt aan Leroy hoe het gaat waarop Leroy antwoordt. Jos geeft vervolgens advies.

Jos: Gaat het goed?

Leroy: Ja.

Jos: Als je hier een schuurpapiertje over haalt dan wordt het net wat gladder.

Beschrijver: Nu komt Leroy aan het woord voor de camera van SBB. Ondertussen worden er beelden getoond van Leroy die een zool op een tekening houdt met daarop twee voeten. Vervolgens slijpt hij de steunzool.

Leroy: Je moet geïnteresseerd zijn in het menselijk lichaam. En in de maakwijze van steunzolen en schoenen. Dus met je handen bezig zijn. Je moet gevoel hebben. Je moet wel iets moois in elkaar kunnen zetten. Een goede afwerking dus netjes kunnen werken.

Beschrijver: Na Leroy komt Jos aan het woord.

Jos: Je moet een beetje dat fingerspitzengefühl hebben.

Beschrijver: Jos heeft een namaakvoet in de hand en Leroy stelt hem een vraag waarop Jos antwoordt.

Leroy: Hoe haal je niet te veel weg? Omdat je blijft schuren.

Jos: Je moet niet te hard duwen en de machine het werk laten doen.

Beschrijver: Leroy neemt het woord en vervolgt zijn verhaal. In de volgende scene brengen Jos en Leroy een laag materiaal over de namaakvoet.

Leroy: Je doet altijd iets anders. Dus niet dat je elke dag hetzelfde doet.

Dat wordt wel strak.

Beschrijver: Jos neemt het woord over van Leroy.

Jos: Hij heeft er wel zin in. Hij is ook best wel leergierig.

Beschrijver: Na Jos komt Leroy weer aan het woord. Ondertussen worden er beelden getoond van Leroy die voor een opslag staat met houten namaakvoeten. In de volgende scene bekijken Jos en Leroy de houten schoenen. Om de houten mal zit materiaal. Bovendien zijn er veters aangebracht. Na Leroy horen we Jos.

Leroy: Elk jaar is een nieuwe uitdaging. Nu begin ik met leesten maken. Nu moet ik opeens van heel zacht materiaal naar hout bewerken. Dat is ineens heel anders en dat is heel moeilijk.

Alleen deze plooien nog even.

Jos: Ja, die moet je nog weghalen.

Beschrijver: Leroy timmert het materiaal op de houten mal. We horen Leroy.

Leroy: Stom ding.

Beschrijver: Na Leroy komt Jos aan het woord.

Jos: Het mooie aan het vak is eigenlijk dat je mensen met beperkingen kan helpen zodat ze weer kunnen functioneren in het leven.

Beschrijver: Leroy neemt weer het woord over van Jos. In de laatste scene neemt hij een selfie-video op. Hij maakt gebruik van een compressor. Daarna gaat de video naar een einde.

Leroy: Je bent bezig met producten voor de klanten. Als een product af is, goed gelukt is en als de klant tevreden is dan is een dag zeer geslaagd.

Even afstoffen.

Beschrijver: In beeld staat "Vakfacts" met daaronder "Orthopedisch schoentechnisch specialist". De vakfacts staan opgesomd in beeld: "doet onderzoek en metingen", "maakt schoenleesten en toepassingen", "controleert gegevens", "stuurt productie aan", "leert over nieuwe ontwikkelingen". De volgende scene geeft weer: "Skills", "Orthopedisch schoentechnisch specialist" met daaronder de benodigde skills: "vakkundig en leergierig", "aandachtig en luisterend", "klantgericht", "samenwerkend en overleggend", "deskundig en helpend". Ondertussen is iemand een zool aan het bijknippen. Ter afsluiting staat in beeld: "Dit is een productie van beroepsonderwijs (het logo van SBB) bedrijfsleven". "De opnamen voor deze film zijn gemaakt bij één of meer erkende leerbedrijven". Onder de tekst staat het logo van SBB.

Beroep

Als orthopedisch schoentechnisch specialist maak je orthopedische schoenen. Ook maak je steunzolen en kunstvoeten. Je weet wat een klant nodig heeft. Je neemt de maten bij de klant. Dan maak je een goede opdracht voor de werkplaats. Daar wordt de schoen, steunzool of kunstvoet gemaakt. Daarna komt de klant om te passen. Soms moet je dan nog aanpassingen maken. Als orthopedisch schoentechnicus werk je nauwkeurig, zodat de schoenen perfect passen. Je kunt goed met mensen omgaan, hebt veel inlevingsvermogen en je bent creatief in het bedenken van oplossingen.

Studie in cijfers

Leerweg:
Baankans (op dit moment) 5 Na je opleiding
Landelijk in jouw vakgebied, na je opleiding
Baankans (op dit moment) 5 Na je opleiding
Landelijk in jouw vakgebied, na je opleiding

Check de toekomst van deze sector

  1. 1

    Wat speelt er in de sector?

    In deze sector neemt het belang van digitale technieken voor het aanmeten en maken van hulpmiddelen toe. Denk aan 3D-scannen, 3D-printen en brain computer interfaces (BCI) waarbij verlamde mensen via hun hersenen een prothese kunnen aansturen. Nieuwe materialen zoals lichtgewicht kunststof en carbonfiber maken orthopedische hulpmiddelen comfortabeler én duurzamer. Omdat zorgverzekeraars minder vergoeden is er naast maatwerk meer aandacht voor zogeheten semiconfectie. Daarbij worden orthopedische hulpmiddelen aangepast op basis van de wensen en behoeften van de klant. Om goedkoper en sneller te werken heeft de sector de productie deels geautomatiseerd. Orthopedische technici werken vaker samen met medisch specialisten en leveranciers van materialen en apparatuur. Zo kunnen zij de zorg en service beter afstemmen op wat de klant nodig heeft.

  2. 2

    Hoe ontwikkelt dit beroep zich?

    Orthopedische (schoen) technici werken steeds vaker met digitale technieken. Zowel bij het aanmeten van verschillende hulpmiddelen als bij het maken van werkplannen voor de werkplaats. Zij werken daarbij ook samen met maakbedrijven en leveranciers in het buitenland. Het is belangrijk dat orthopedische technici zich verdiepen in nieuwe technieken, materialen en productiemethoden. En inventieve oplossingen bieden aan klanten, afgestemd op hun wensen en behoeften. Samenwerken wordt steeds belangrijker in dit vak. Niet alleen met partners in het buitenland, maar ook met andere zorgprofessionals binnen de zorgketen.

  3. 3

    Wat betekent dat voor jou?

    Naast kennis van materialen als gips, leer en hout, verdiep je je in high tech-kunststoffen zoals carbonfiber. Je vindt het leuk om met digitale technieken te werken. Je gaat leren over digitaal aanmeten, 3D-scannen en -printen en digitaal frezen. Je werkt samen met fabrieken en leveranciers in het buitenland. Dus is het handig als je het Engels of Duits beheerst. Natuurlijk blijft ook het contact met de klant belangrijk. Met jouw inlevingsvermogen, communicatieskills én al je kennis, kun je inventieve oplossingen bedenken en (laten) uitvoeren voor je klanten.